Focus op: Oostenrijk

Een veelzijdig wijnland met hoge toppen, diepe dalen én schandalen. Oostenrijk staat heden ten dage bekend om haar frisse, sprankelende en mineralige wijnen. Met als koploper de Grüner Veltliner! Maar halverwege de 20e eeuw was dat een heel ander verhaal. Oostenrijk heeft een slechte naam van zich af moeten schudden om daarna successen te kunnen boeken als wijnland.

Geschiedenis van de wijnbouw in Oostenrijk

Al toen Oostenrijk nog onderdeel was van het Romeinse Rijk werd hier wijnbouw bedreven. Er zijn opgravingen geweest waar potten, die gebruikt werden voor het vergisten van de wijn, gevonden zijn van 700 jaar voor Christus. Nadat de Romeinen wegtrokken uit het gebied waren het hier, zoals dat ook in andere Europese landen gebeurde, de geestelijken die het wijnmaken en verbouwen op zich namen. In tegenstelling tot wijnen uit bijvoorbeeld Frankrijk werd de wijn uit Oostenrijk toen niet internationaal gedronken, hier was het vooral de lokale bevolking die genoot van het druivennat.

Oostenrijks schandaal: ten ondergaan aan het succes

Vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw dronk men graag zoetere wijnen. Vooral in Duitse, maar ook Italiaanse én Oostenrijkse wijnen vielen in de smaak bij de consument. Helaas kon Oostenrijk de stijgende vraag naar de zoetere wijnen niet aan. Eiswein, Ausbruch of zoete wijnen die ontstaan door edele rotting zijn erg arbeidsintensief én vragen om geduld en de juiste condities.

Omdat de Oostenrijkse wijnboeren mee wilden varen op het succes van de zoete wijnen bedachten zij een goedkopere, snellere én illegale manier om de wijnen aan te zoeten: ze voegden di-ethyleenglycol, een antivriesmiddel, toe aan de wijn om deze zoeter te maken. Het leverden de wijnmakers in rap tempo veel geld op. De wijnen vonden vooral afzet in de Benelux en Duitsland. Maar toen deze werkwijze in 1985 aan het licht kwam daalde de afname van Oostenrijkse wijnen enorm: veel wijn- en exportbedrijven gingen failliet.

Om het slechte imago van Oostenrijkse wijnen en wijnboeren op te poetsen heeft veel tijd en energie gekost. Maar jonge, gedreven en ambitieuze wijnboeren waren vastberaden om het land weer op de wijnkaart te zetten. Zij lieten zich bijscholen en investeerden in marketing. Met succes.

Oostenrijk terug aan de top

Vandaag de dag vinden we er veel familiebedrijven, die veelal handmatig oogsten en zo veel mogelijk biologisch te werk gaan. Uit het bergrijke Oostenrijk komen mousserende, witte, rode, rosé en zoete dessertwijnen als Eiswein. De wijnboeren zijn trots op ‘hun’ inheemse druiven, dit ziet en proeft men terug in de wijnen. Er zijn zo’n 40 druivensoorten te herkennen in Oostenrijk.

De bekendste witte druivensoorten zijn Grüner Veltliner, maar ook de Weissburgunder, Welschriesling en Riesling. Voor rood zijn dat de Zweigelt, Blaufränkisch en St. Laurent. De wijnproductie bestaat voor zo’n 70% uit witte wijnen, en 30% uit rood. De wijngaarden zijn voor meer dan een derde aangeplant met Grüner Veltliner.

Herkomstbenaming voor kwaliteit

De Oostenrijkse wijnbouw kent grofweg 4 wijnregio’s: Niederösterreich, Burgenland, Steiermark en Wenen, onderverdeeld in meer dan 15 wijnbouwgebieden, met elk eigen microklimaat en terroir. Om de kwaliteit in deze gebieden te waarborgen en de karakteristieken -mineraliteit- van de verschillende regionale wijnen te behouden, is er aan het begin van de 21e eeuw een nieuw systeem voor herkomstbenamingen in het leven geroepen: DAC (Districtus Austriae Controllatus).

Bekende wijngebieden, DAC’s, zijn bijvoorbeeld Kamptal, Kremstal, Weinviertel en Wachau. Maar ook Ruster Ausbruch maakt furore; dit is een kleine appellation waar een fenomenale zoete dessertwijn vandaan komt.

De meest gerenommeerde Oostenrijkse producenten zijn onder andere: F.X. Pichler, Josef Jamek, Tement, Veyder-Malberg, Prager, Bernhard Ott en Stift Gœttweig.

Hier vindt u alle Oostenrijkse wijnen op Vintrado.